top of page

Zuurdesemstarter.

  • Foto van schrijver: Marilène Loendersloot
    Marilène Loendersloot
  • 3 mei
  • 3 minuten om te lezen

Een zuurdesemstarter maken, het leek voor mij iets super ingewikkelds en daardoor vooral niet haalbaar voor mij. Bij heel veel mensen om mij heen hoorde ik dat het maken mislukte of dat de broden die ze ermee bakten mislukten. Daarom heb ik heel lang een starter gebruikt die ik had gekregen. Maar toen ik zag ik filmpjes voorbij komen over het maken van een starter en dat zag er toch makkelijk uit. Dus ja, ik bedacht me dat ik het maar eens moest proberen. Zeker nu ik het bakken met zuurdesem helemaal onder de knie heb en misschien toch een klein beetje verslaafd ben geraakt het bakken en, niet te vergeten, het eten van zuurdesembrood, haha. Er zijn ergere dingen, toch?


Maar goed, het maken van een starter is dus echt super makkelijk. Er is alleen één ding waar je, mijns inziens, rekening mee moet houden. En dat is de dikte van de starter. Daarom weeg ik nooit en doe ik alles op gevoel. Ik weet dat dit eigenlijk niet is hoe het hoort, maar dit werkt voor mij. Het werkt ook voor de mensen om me heen. Ik zeg niet dat ik het daarmee beter doe ofzo, maar nogmaals... dit werkt voor mij en wat werkt voor mij, dat deel ik graag met jullie. Wie weet kan het jullie helpen en werkt het ook voor jullie.


Welke ingrediënten je nodig?

  • 1 eetlepel bloem/meel

  • 1 eetlepel water (gefilterd werkt het beste)


Dit herhaal je elke dag voor een week. Je kunt altijd meer gebruiken, maar zorg er in elk geval voor dat je ongeveer 1 deel meel en 1 deel bloem gebruikt. Bloem indien nodig iets meer.


Welk keukengerei heb je nodig?

  • Pollepel/ houten lepel

  • Schone glazen pot met deksel


Hoe maak je de starter?

  • Doe de eetlepel water met de eetlepel bloem/meel bij elkaar in de pot en meng dit goed door elkaar met een houten lepel. Zorg ervoor dat het een dik mengsel (dikker dan cake beslag) is. Mocht het toch iets aan de dunne kant zijn, dan voeg je gewoon iets meer bloem toe.

  • Doe elke dag een eetlepel water en bloem/meel bij het mengsel in de pot. Elke dag geldt weer dat het mengsel dik moet zijn.

  • Na een dag of 3 zou je bubbeltjes moeten gaan zien en moet de starter iets zurig gaan ruiken. De bubbeltjes zijn belangrijker dan de zure lucht, maar het is wel een indicatie.

  • Na een dag of 7 zou je starter goed actief en genoeg moeten zijn om mee te gaan bakken. Voed de starter voor de laatste keer en wacht een aantal uur. Je kunt de starter als het goed is gebruiken als deze ongeveer is verdubbeld en/of heel veel bubbels heeft. Veel bak plezier!


Tips/opmerkingen:

  • Als je met zuurdesem werkt, kun je het beste geen rvs gebruiken. Gebruik daarom ook geen gewone lepel om de starter te mengen. Ik weet dat er mensen zijn die gewoon een rvs lepel gebruiken, maar ik vermijd dit liever.

  • Om te kijken of je starter groeit/actief wordt, kun je eventueel even een markering maken op de pot of een elastiekje om de pot doen. Doe dit gelijk na het voeden en zo kun je zien of de starter uiteindelijk boven de markering/het elastiekje uitkomt.

  • Ik heb gemerkt dat ik per dag soms iets meer water en vooral bloem nodig had om de starter dik te maken.

  • Om de starter te testen, kun je even een beetje in een glaasje water doen. Als de starter blijft drijven, dan zou de starter goed moeten zijn om te gebruiken. Let op! Dit is niet altijd een goede indicator. Het drijven kan namelijk ook te maken hebben met het eiwitgehalte van de starter.

  • Je kunt in principe elk soort bloem of meel gebruiken. Ikzelf heb mijn starter met speltbloem gemaakt en deze later ook gevoed met een mix van speltmeel en bloem. Dit werkte voor mij dus prima. Mijn ervaring is dat eenkoren, emmer, maar voornamelijk rogge wat zwaardere meelsoorten zijn. Hierdoor wordt een brood vaak minder luchtig. Het is erg gezond om deze meelsoorten te gebruiken, maar werkt wel heel anders dan gewoon bloem bijvoorbeeld.



Comments


bottom of page